Dag 133:

 

Laragh – DUB🛫 – Malahide

Van Guinness Lake tot het afscheid van oom Joan en de nacht in Malahide

Geluidsbestand
240

De nacht op de parkeerplaats was rustig, zo goed en zo kwaad als het ging. De wind bleef tekeergaan, maar de bomen omarmden ons als stille wachters en lieten ons zonder schrik wakker worden. 's Ochtends was er geen haast, en dat is luxe: we ontbeten rustig, strekten mijn poten, roken de vochtige berglucht en vertrokken na elven, alsof we de dag begonnen na lang over de luiheid te hebben nagedacht.

Een half uur rijden later stonden we boven op een uitkijkpunt dat uitkeek op het beroemde Lough Tay. En ik beloof je dat ik zelden zoiets bijzonders heb gezien. Vanaf daar leek het meer op een pint Guinness, geserveerd met de precisie van een ervaren barman. Het water, donker als een vers getapt biertje, en aan een van de oevers een lichte strook zand die als schuim fungeerde. Het is geen toeval dat het "Guinness Lake" wordt genoemd, aangezien het generaties lang eigendom was van de familie Guinness, de koningen van het Ierse bier. Het enige probleem was de wind: sterk, koud, grillig, zo erg dat daar lopen zou zijn als het spelen van een spelletje het vangen van ballen in het midden van een orkaan. Dus geen wandelingetje, we bleven alleen om dat natuurspektakel te aanschouwen en gingen terug naar de auto.

Meer dan een uur rijden later kwamen we aan in Saggart. Het plan was om iets te gaan eten, maar al snel werd duidelijk dat er niets smakelijks was en al helemaal niet bedoeld voor een hond met mijn niveau van verfijning. Uiteindelijk gingen papa Edu en oom Joan een supermarkt binnen en kwamen eruit met tassen vol van wat zij "voorraad" noemen en ik "dingen zonder vleessmaak" noem.

Gelukkig waren we tien minuten later in Corkagh Park, een enorme groene long die met zorg wordt onderhouden. Terwijl zij hun eten zaten te kauwen in de camper, plande ik de route: elke hoek besnuffelen, met elegantie territorium afbakenen en iedereen begroeten die mijn oren wilde aaien. We wandelden over brede paden die zich als lanen openden tussen weiden, torenhoge bomen die kraakten in de wind. We genoten van de wandeling zonder haast, ons laten meevoeren door de rust van de plek.

Toen de zon al begon te draaien naar de middag, gingen we terug naar de auto. Deze keer over de snelweg, recht en snel, met het gebrul van de vrachtwagens die ons vergezelden. De bestemming was, opgelet, Ikea. Ja, Ikea. Het paradijs van de Zweedse gehaktballetjes, maar paradoxaal genoeg niet voor mij. Papa Edu en oom Joan gingen naar binnen en kwamen heel blij terug omdat ze gratis koffie hadden gekregen. Ik zat ondertussen in de auto te wachten. Gratis voor hen, saai voor mij. Geen koekje, geen hapje gerookte zalm.

De klok tikte al tegen half zeven toen we op de luchthaven aankwamen. Daar was het minst leuke moment van de dag: afscheid nemen van oom Joan, die terugvloog naar Barcelona. Ik gaf hem een flinke lik "tot ziens" en bleef stil, met die mix van verdriet en berusting die honden voelen als iemand uit onze roedel weggaat. Ik zag hem weglopen met zijn rugzak, terwijl papa Edu me over mijn hoofd aaide en me vertelde dat we samen zouden blijven, zoals altijd, en kilometers zouden maken.

En zo geschiedde. We reden naar een plek die al bijna thuis is: de parkeerplaats naast de monding van Malahide. We hebben daar al vaak geslapen en elke keer voelt het als het herenigen met een oude vriend. De wind waait niet meer met woede, maar fluistert zachtjes tussen de grassen. Er staan nog een vijftal campers en campers, discreet op een rij uitkijkend op het water. We parkeerden, installeerden ons en ademden opgelucht. De dag was lang geweest, met biermeren, eindeloze parken, gratis koffie en afscheid.

Reactie toevoegen

CAPTCHA
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.