Dag 158:

 

Royère-de-Vassivière – Lac du Chammet

Bal, geheim strand en bochtige rally voor honden

Geluidsbestand
179

Vandaag werd papa Edu wakker met dat gezicht van "vandaag ga ik geen vinger uitsteken" en ik dacht "geweldig, vandaag wordt het bankhangen, dutjes en misschien wat kruimels van een vliegend ontbijt". Tot de middag bleven we in ons rijdende huisje, ik deed de hond-mop op bed en papa keek naar dingen op zijn mobiel alsof hij een digitale uil was. Buiten was het nog fris, van dat soort fris waardoor je je snuit naar buiten steekt en weer intrekt omdat de lucht bijt.

Maar daarna... strandtijd! We gingen terug naar dezelfde plek als gisteren, waar de wind geen zout brengt, maar de geur van bos en half verboden avonturen. Maar deze keer parkeerden we niet op de weg, nee nee nee. Vandaag waande papa zich een coureur van de Parijs-Dakar en reed met de auto over het bospaadje dat we gisteren te voet hadden gedaan. Ik zat erachter en dacht: "als er een hert met boetes in de hand verschijnt, ken ik hem niet".

Het bos slokte ons op, de bomen weken opzij alsof ze ons gisteren al hadden gesignaleerd, en toen we eruit kwamen: weer een leeg strand! In de zon was het heerlijk warm, van dat soort warmte die ruikt naar geroosterd hondenbrood, en in de schaduw was het zo lekker dat ik bijna poëzie wilde schrijven met mijn staart.

En het beste: vandaag had papa mijn bal meegenomen. Mijn bal! Die magische bol die de wereld in een festival verandert. Ik speelde, rende, blafte naar de wind, begroef de bal drie keer en redde hem als een heldhaftige brandweerman. Papa gooide hem naar me en ik deed alsof ik een ninja-luipaard was, hoewel kleiner en met minder glamour.

We bleven tot de zon achter de bomen verdween als een kind dat niet wil douchen. Toen terug naar de auto, weer over het bospad, tussen takken, schaduwen en ik waakte ervoor dat er geen wild zwijn om handtekeningen vroeg. Daarna kwam er een weggetje met zoveel bochten dat we op een wasmachine in de centrifugestand leken. Een twintig kilometer, een half uur, en ik heb niet overgegeven: nationale held.

En plotseling... kwamen we aan bij Lac du Chammet. Noteer de naam, want het is een groot woord. Een meer zo groot als de ego van een kat en zo rustig als een mens na het eten van drie croissants. Omringd door bos, met een privéstrand voor mij alleen, en geen ziel in de buurt. Hier is een picknickplaats die verlaten lijkt door verlegen kabouters, en de stilte klinkt als fluweel.

Deze plek is een van de mooiste van Frankrijk, dat zeg ik, ik heb de helft van het land geroken. We parkeren tussen de bomen, bijna allemaal dennen, en er is maar één eik... maar deze is fatsoenlijk en gooit geen moorddadige eikels zoals die van gisteren. Hier adem je vrede, avontuur en een beetje heerlijke modder. De maan komt tevoorschijn, het meer strekt zich uit, en ik heb al besloten dat ik vannacht zal dromen dat ik de officiële bewaker van het geheime strand ben.

Papa zegt dat we hier slapen. Ik zeg dat we hier leven.

Joan

Joan

Súper

Reactie toevoegen

CAPTCHA
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.