Dag 144:

 

Vernix – Saint-Grégoire

Soepele kilometers en een kanaal dat ons omarmt

Geluidsbestand
192

Vandaag was het weer zo'n dag waarop er "niets" gebeurt... maar toch gebeurt er veel. Want als je een reizende hond bent met een besluiteloze mens, brengt elke kilometer zijn eigen theater met zich mee.

We werden wakker in Vernix, ons groene nestje van stilte, en deze keer vertrokken we op een tijdstip waar we ons niet voor hoeven te schamen. Er waren geen monumenten te bezoeken, geen bunkers, geen historische stranden. Vandaag was het tijd om te reizen, want we hebben een plan... nou ja, een plan versie papa Edu: iets vaags, beweeglijks dat in de laatste verkeerslichten besloten wordt. Maar de richting was duidelijk: zuid.

We stapten in de auto en reden over de snelweg, uiteraard zonder tol. We reden ongeveer 80 kilometer, wat in onze wereld gelijk staat aan drie lange geeuwen, twee keer van houding veranderen en een beschuldigende blik per minuut. Ik moet iets bekennen: de laatste tijd kan ik slecht tegen autorijden. Ik weet niet of het vermoeidheid is, Franse lucht of een gebrek aan ham om te omkopen, maar elke bocht kijkt me verkeerd aan.

We stopten bij een rustplaats halverwege om onze poten en longen te strekken. Papa zegt dat het voor mij is, maar ik weet dat hij ook zijn botten moet bewegen voordat hij een standbeeld met baard wordt.

Rond de middag vonden we een prachtige plek die niet op Park4Night stond. Een open plek in een bos ten noordoosten van Rennes, met schaduw, stilte en de geur van vochtige aarde. We aten in de camper en maakten daarna een mooie wandeling tussen de hoge bomen. Ik rook wortels, bladeren, takken, vossenpis en een verdachte paddenstoel die me wilde adopteren. De tijd ging daar zo snel dat we hadden kunnen blijven slapen. Sterker nog, papa bewaarde het op Park4Night, als iemand die een koekje voor later bewaart.

Maar rond zes uur besloot hij dat het beter was om iets dichter bij Rennes te komen, dat we morgen willen bezoeken (als we niet afgeleid worden door een kaas of een rotonde). We openden Park4Night weer en vonden een interessante plek om te slapen: midden op het platteland, naast een kanaal en naast een sluis genaamd *Écluse de la Charbonnière*. De sluizen zijn, voor degenen die geen nautische neus hebben, als waterliften die boten op en neer laten gaan door de kanalen. Deze heeft een oud huisje, houten poorten en een ansichtkaartgevoel van een andere eeuw.

We zijn omringd door 360 graden uitzichten: velden, bomen, water en lucht, zonder gebouwen of stadsgeluiden. Het lijkt erop dat we alleen op de helft van de planeet zijn. Nou ja, totdat papa me uitliet om door het kanaal te wandelen en we zagen dat er veel beweging was: mensen die renden, fietsers met een gezicht van vrijwillig lijden, honden in de exploratiemodus en wandelaars die zwaaien alsof ze ons vanaf de kleuterschool kennen.

Nu gaat de zon onder, het kanaal wordt stil en de camper verandert in een hol. Vandaag hebben we geen kathedralen of stranden gezien, maar we gingen vooruit, aten lekker, ontdekten een geheim bos en eindigden met water aan onze zijde. Ik noem het zen-toerisme op wielen. Papa noemt het "morgen zien we wel".

Reactie toevoegen

CAPTCHA
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.